Situationeel Leidinggeven: De juiste stijl op het juiste moment

Situationeel Leidinggeven: De juiste stijl op het juiste moment

Situationeel Leidinggeven: De juiste stijl op het juiste moment

Leiderschap is niet one-size-fits-all. Iedere medewerker heeft unieke behoeften en werkt op zijn of haar eigen tempo en manier. Dit vraagt om maatwerk in je manier van leidinggeven. Situationeel Leidinggeven biedt hiervoor een krachtig model. Het stelt je in staat om jouw stijl van leidinggeven af te stemmen op de specifieke situatie van je medewerkers. Dit versnelt niet alleen hun ontwikkeling, maar verhoogt ook hun betrokkenheid en productiviteit. In dit blog leggen we je uit wat Situationeel Leidinggeven is en hoe je de juiste stijl kiest voor jouw team.

Wat is Situationeel Leidinggeven?

Situationeel Leidinggeven is een model dat in de jaren ’70 is ontwikkeld door Paul Hersey en Ken Blanchard. De basis van dit model is eenvoudig: jouw stijl van leidinggeven hangt af van het ontwikkelingsniveau van je medewerker. In plaats van één vaste manier van leidinggeven te hanteren, pas je jouw aanpak aan op de behoeften en competenties van je teamleden. Dit zorgt voor een flexibele manier van werken die individuen helpt te groeien en hun potentieel te benutten.

Het ontwikkelingsniveau van de medewerker

Om de juiste leiderschapsstijl te kiezen, is het belangrijk om eerst te bepalen op welk ontwikkelingsniveau jouw medewerker zich bevindt. Dit doe je door twee vragen te stellen:

  • Competentie: Heeft de medewerker de juiste kennis en vaardigheden voor de taak?
  • Betrokkenheid: Is de medewerker gemotiveerd en zelfverzekerd genoeg om de taak uit te voeren?

Op basis van deze twee factoren plaats je de medewerker in één van de vier ontwikkelingsniveaus. Elk niveau vraagt om een andere leiderschapsstijl.

situationeel leiderschap model

De vier stijlen van Situationeel Leidinggeven

Zodra je het ontwikkelingsniveau van je medewerker hebt bepaald, kun je jouw leiderschapsstijl daarop afstemmen. Er zijn vier stijlen die passen bij de verschillende ontwikkelingsniveaus van medewerkers:

situationeel leiderschap model

1. Leiden (Directing)

Wanneer je medewerker zich in de eerste ontwikkelingsfase bevindt, heeft hij of zij weinig ervaring of kennis met de taak. Je zult daarom vooral gericht moeten zijn op het geven van duidelijke instructies en veel sturing. Je neemt de beslissingen en controleert regelmatig of de taak goed wordt uitgevoerd. De nadruk ligt op het verhogen van de competentie van de medewerker. De regie ligt voornamelijk bij jou als leidinggevende.

2. Begeleiden (Coaching)

In deze fase heeft de medewerker al enige ervaring, maar ontbreekt vaak nog het zelfvertrouwen of overzicht. Je zult de medewerker moeten begeleiden door zowel sturing als ondersteuning te bieden. Dit doe je bijvoorbeeld door vragen te stellen en samen een actieplan op te stellen. Het is belangrijk om de medewerker zelfvertrouwen te geven en te blijven motiveren. Jouw rol is meer coachend, maar je houdt nog steeds de eindbeslissingen in handen.

3. Steunen (Supporting)

Als de medewerker verder gevorderd is, richt jouw leiderschapsstijl zich meer op het ondersteunen van zelfontdekkingen. Je geeft minder sturing en helpt de medewerker zijn of haar eigen werkmethoden te ontwikkelen. Je stelt vragen zoals: “Hoe zou jij dit aanpakken?” en geeft de medewerker meer autonomie. Het draait hier vooral om het verhogen van de betrokkenheid en het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid.

4. Delegeren (Delegating)

Bij het hoogste ontwikkelingsniveau heeft de medewerker de competentie én het zelfvertrouwen om zelfstandig te werken. Jouw rol als leidinggevende is nu meer faciliterend. Je creëert de voorwaarden zodat de medewerker zelfstandig beslissingen kan nemen en verantwoordelijkheden kan dragen. Hoewel je nog steeds beschikbaar bent voor ondersteuning, ligt de regie volledig bij de medewerker. Het is belangrijk om een goede balans te vinden tussen loslaten en betrokken blijven.

Situationeel Leidinggeven vraagt om flexibiliteit

Het kan voorkomen dat een ervaren medewerker een nieuwe taak krijgt en plotseling weer meer begeleiding nodig heeft. In dat geval moet je als leidinggevende kunnen schakelen tussen verschillende stijlen. Iemand die normaal gesproken zelfstandig werkt, kan bij een nieuwe uitdaging weer terugvallen op een lagere competentie en minder zelfvertrouwen. Door continu in gesprek te blijven en je stijl aan te passen, zorg je ervoor dat je medewerkers zich gesteund en uitgedaagd voelen.

Groei als leidinggevende

Wil je zelf ervaren hoe je jouw leiderschapsstijl effectief kunt aanpassen aan de behoeften van jouw medewerkers? Bij Bureau VRIS bieden we trainingen en coachingstrajecten die je helpen om Situationeel Leidinggeven onder de knie te krijgen. Met persoonlijke begeleiding en praktische oefeningen leer je hoe je jouw medewerkers optimaal ondersteunt in hun ontwikkeling.

Neem contact met ons op voor meer informatie over onze leiderschapsprogramma’s, en ontdek hoe je als leidinggevende het verschil kunt maken.

Open chat
1
Kan ik je helpen?
Hi, welkom!
Kan ik je wellicht ergens mee helpen?